donderdag 3 september 2009

Bijhouden die handel!

Beste mensen,
De vakantie is al twee weken op zijn eind en ik ben ook weer lekker op weg.
Een van mijn voornemens is deze blog nou eens een keer bij te houden.
Dus bij deze:
Momenteel ga ik naar het derde jaar van writing for peformance.
Verder loop ik stage bij de productie HONGER van het RoTheater.
De premiere zal op 17 september zijn en in de weken daarop volgend nog 10 keer te zien zijn in het RoTheater in Rotterdam.
Een stuk over armoede bewerkt en in de actualiteit geplaatst. Absurdistisch, in your face realistisch, tenenkrommend en berengezellig, KOMT ALLEN.
Zo, dat was het even voor nu.
Binnenkort meer, meer, meer!

Groet,
Ayla

dinsdag 31 maart 2009

T-schelling

Het was kei en ik wil terug.

Oerol 2009 wordt opgevrolijkt met teksten van mij en mijn lieflijke klasgenoten.
Vooralsnog gaan we door als 'de stedelingen'.
Wij zijn afgelopen weekend promptverloren achtergelaten op een prachtige locatie.
Daar gaan wij de komende twee maanden audioinstalaties voor maken.
De duizenden bezoekers van Oerol kunnen onze teksten aanhoren en onze gecreeerde plekken aanschouwen als heuse verse kunstenaars.

Hou het in de gaten en kom sowieso naar Oerol om het eindproduct van dit experimentele doch bloedserieuze project te komen aanhoren/aanschouwen en ondergaan.

groetjes uit Terschelling

woensdag 25 maart 2009

Baby

Baby

Dialoog 4 – Spelen en schrijven – 14-03-2009 – Ayla Schneiders

Vier mannen staan om een wieg waar een baby in ligt. Een van de mannen is de vader.


Man 1: Woediewoediewoediewoediewoedie

Man 2: Ballie ballie ballie ballie ballie

Vader: Kijk nou wat ie doet!
Kijk nou wat ie doet!

Man 3: Ah. Ah. Ah jeetje. Ah flubbie flubbie flubbie flubbie

Man 2: Ballie ballie.

Man 1: woedie woedie woedie.

Vader: Kijk nou wat ie doet!
Kijk nou wat ie doet!

Man 1: Die handjes.

Man 2: Die oogjes.

Man 3: Die teentjes.

Vader: Kijk nou wat ie doet.

Moeder komt binnen. Mannen gaat stoer staan en kijken met een schuin oog naar de baby.

Moeder: Mannen, zal ik beschuit met muisjes halen?

Man 1: Heerlijk Coby.

Man 2: Erg lekker.

Man 3: Prachtig kind.

Vader: Ook wat drinken jongens?
Biertje?

Man 1: Ja!

Man 2: Heerlijk.

Man 3: Biertje!

Moeder gaat weer weg. Mannen buigen zich weer over de baby.


Vader: kijk nou wat ie doet!
Kijk nou!

Man 1: Woedie Woedie, hobbie hobbie hobbie

Man 2: Koekie koekie koekie

Man 3: Pallie Pollie Mollie Wollie Follie Kollie Rollie

Man 2: Koekie Koekie Koekie

Vader: Kijk nou wat ie doet!

Man 2: die haartjes!

Man 3: Die armpjes.

Man 1: Kijk nou wat een klein piemeltje.

Man 2: Flobbie flobbie flobbie.

Man 3: Honnie honnie honnie.

Moeder komt binnen.

Man 3: Ja, lekker wijf was dat.

Man 2: Dikke tieten.

Man 1: Goeie kont.

Vader: Schat, zal ik je even helpen met dragen?

Moeder: Nee hoor liefje, blijf maar lekker bij de baby.

Vader: Oké.

Moeder gaat weg.

Man 2: Wassie wossie soppie suppie ploppie.

Moeder komt terug.

Moeder: Wat een schatje he mannen?

Man 2: Mwoh.

Man 1: Jahoor.

Man 3: Tis maar een baby.

Vader: Eigenlijk heel lelijk. Zo kaal.

Moeder: Ja ja.

Moeder gaat weer weg. De bel gaat. Drie vriendinnen zijn voor de deur en komen de woonkamer binnen.

Man 1: Nouja, ik weet niet of ik er wel zo een wil hoor.

Vrouw 1: AAAAAAAH.

Man 2: Dat huilen.

Vrouw 2: Wat een schatje.

Man 3: Poepen.

Vrouw 3: Die vingertjes.

Man 1: Kotsten.

Moeder: Ja ja. Zie je mijn ogen.
Zijn neus.

Man 2: Spugen.

Vrouw 1: Woedie woedie woedie woedie!

Moeder: Kijk nou wat ie doet!

Vader: Ja ach. Het is zeker niet altijd een pretje.

Vrouw 2: Wallie flappie floppie woppie moppie wopsie. Schatje patje zatje matje latje tatje.

Man 1: Roken?!

Vrouw 3: raddie roddie moddie flapje papje wopje sopje mopje bollie wollie wubbie subbie

Vader: Ja wel buiten.
Baby he.

Alle mannen gaan roken. Moeder gaat naar de keuken opnieuw beschuit met muisjes maken. De vrouwen zijn over.

Vrouw 1: Hoe krijg je dat ooit door je poes gepropt?

Vrouw 2: Geen idee…

Vrouw 3: Die schedel zit ook een beetje scheef zie je dat?

Vrouw 2: Dood eng zo’n ding.

Vrouw 3: Wat doen we als ze zo vraagt of we het willen vasthouden?

Vrouw 1: Zeggen dat je naar de WC moet?

Vrouw 2: Maar da kan maar één keer..

Vrouw 3: Bovendien wat moeten wij doen dan?

De vrouwen zijn stil. Kijken soms over de rand van de wieg.

Vrouw 1: Baby’s zijn echt ongelooflijk lelijk.

Vrouw 2: Echt he.

Vrouw 3: We eten gewoon heel langzaam ons beschuitje, dan hoeven we het niet vast
te houden

Vrouw 1: Het is een jongetje toch.

Vrouw 2: Ja ik geloof het wel.

Vrouw 3 kijkt.


Vrouw 1,2,3: Ja, duidelijk.

Vrouw 2: Zo zo.

Vrouw 1: Flink voor zo’n klein mormel.

Vrouw 3: Van wie zou ie dat hebben?

Vader komt binnen. Gevolgd door de drie mannen.

Man 1: Al uitgekwijld?

Vrouw 1: Nee, nog lang niet.
Woeide koekie koekie kokje mokje sokje vlokje wokje nokje

Man 2: Ik voel de eierstokken trillen.

Vrouw 2: Babby babby babby babby babby

Vrouw 3: Frupje frapje frotje rotje totje zotje.

Moeder komt binnen met beschuit met muisjes.

Vrouw 3: Oooooh wat goed.

Vrouw 1: Lief dankje.

De mannen knikken allemaal beleefd.

Moeder: Wie wil hem even vasthouden?

Alle vrouwen wijzen naar hun beschuit met muisjes. De mannen staan er wat hulpeloos bij.

Moeder: Een van de mannen?

Man 1, 2, 3: Nou als niemand.

Man 1, 2, 3: Oh ga jij maar.

Mannen lachen onhandig.

Man 1, 2, 3: Ik ga wel eerst.

Man 1, 2, 3: Oh.

Moeder drukt de baby bij Man 1 in zijn handen.

Man 1: Hoe moet ik dit

Moeder: Je hebt hem precies goed vast.

Man 1 staat er ontegenzeggelijk stralend bij. Man 2 en 3 staan er jaloers bij. De vrouwen eten tergend langzaam hun beschuitje op.

Man 2: Mag ik ook even?

Man 3: En ik?

Moeder: Natuurlijk, maar daarna moet ik even liggen weer.

Moeder kijkt naar de vrouwen.

Vrouw 3: Wij houden het wel een andere keer vast.

Vrouw 1: Ik kom wel nog lang deze week.

Vrouw 2: Ik heb een afspraak zo met de…

Vrouw 1: Tandarts.

Vrouw 2: Precies.

Vrouw 3: Gaatje.

Vrouwen gaan weg.

Vrouwen: Tot snel!

Moeder: Leuk dat jullie er waren!

Vrouwen: Doei.

Man 1: Nou ik ga ook maar eens.

Man 2: Nog dingen te doen hè.

Man 3: Zo de kroeg maar eens in.

Mannen blijven staan. Vader moet ze bij de wieg wegtrekken bijna. Moeder en vader blijven glimlachend achter. Baby weer in de wieg. Samen hangen ze boven de wieg.

Moeder: Zo, jij brengt veel bij mensen naar boven.

Vader: Hartstikke goed.

Moeder: Gek ding.

Ze ploffen samen op de bank.

maandag 19 januari 2009

naam verklaring

Een verklaring van de naam: netzolaatalsgisteromdezetijd.blogspot.com

Omdat elke dag er toch een beetje hetzelfde uit ziet als gister. (snapje)
En omdat mijn vader dat altijd zei als ik vroeg hoe laat het was. (snapje)
En omdat tijd toch niet uitmaakt uiteindelijk. (of ga ik nu te ver?)
En omdat ik overal altijd een verklaring voor moet hebben. (nu raak je vast de draad kwijt. Dat komt goed uit. Ik ook).

Het komt omdat mijn grote teen pijn doet. (echt)

zondag 18 januari 2009

Jessica

Op school zijn we bezig met het Jessica project. Jessica is een meisje dat op 7 jarige leeftijd dood is gevonden in huis. Zij woog toen 9,5 kilo, net zoveel als een dikke kat of een dikke baby. Haar ouders hebben haar verwaarloosd en verhongerd. Jessica een stem geven was het uitgangspunt van dit project waar 160 leerlingen van de HKU de komende week mee aan de gang gaan. Met onze klas zijn we er al twee weken mee bezig in combinatie met het vak 'open dramaturgie'.
Komt allen kijken! vrijdag 23 januari en zaterdag 24 januari. www.hku.nl (en dan agenda akademietheater) of mij gewoon even mailen dan zoek ik het even uit.
Drie scenes uit de voorbereiding voor de voorstelling van komende vrijdag en zaterdag.


Scene

Call Center persoon 1: Ze noemden dat kind ‘Zicke’

Call Center persoon 2: Zicke?

Call Center persoon 1: Ja.

Call Center persoon 2: Wat betekent dat?

Call Center persoon 1: Zoiets als geit.

Call Center persoon 2: Ik ga het even opzoeken.

(Call Center persoon 1 en 2 zoeken iets uit. Eind scene. Iemand anders zijn of haar telefoon gaat. Gesprek. Afgelopen. Dan:)

Call Center persoon 2: Ik heb het gevonden.

Call Center persoon 1: Wat?

Call Center persoon 2: Zicke.

Call Center persoon 1: Vertel.

Call Center persoon 2: Het betekent zoiets als geit.

Call Center persoon 1: Dat zei ik al.

Call Center persoon 2: Ik ben nog niet klaar.

Call Center persoon 1: Sorry.

Call Center persoon 2: Het betekent onder andere ook wijf of trut.

Call Center persoon 1: Zicke.

Call Center persoon 2: Zou dat als koosnaampje gezien kunnen worden?

Call Center persoon 1: Ik ga het even opzoeken.

(Call Center persoon 1 en 2 zoeken iets uit. Eind scene. Iemand anders zijn of haar telefoon gaat. Gesprek. Afgelopen. Dan:)

Call Center persoon 1: Ik heb het gevonden.

Call Center persoon 2: Wat?

Call Center persoon 1:
Koosnaampje.

Call Center persoon 2: Vertel.

Call Center persoon 1:

Een koosnaam of vleinaam is een niet officiele naam die voor iets of iemand wordt gebruikt om genegenheid uit te drukken. Koosnamen zijn niet altijd exclusief. Zo wordt het woord schat door bijna iedereen gebruikt voor zin of haar partner.
Opvallend zijn de koosnamen die op zichzelf beschouwd niet vleiend zijn, maar toch als zodanig worden beschouwd.
Bijvoorbeeld, scheetje, eigenlijk een komische bedoelde verbastering van schatje. Of het woord poepie.
Een koosnaam hoeft niet altijd zo te zijn; Ook bijvoorbeeld ‘kleine wolk’ of ‘grote beer’ kan een koosnaam zijn.

Call Center persoon 1: We kunnen het dus niet weten.

Call Center persoon 2: Wat?

Call Center persoon 1: Of zicke een koosnaam is.

Call Center persoon 2: Nee. Dat kunnen we niet weten.

(De telefoon van Call Center persoon 1 gaat)

Call Center persoon 1:

Goedemiddag met ons. Wat kan ik voor u doen. Dag mevrouw de Flater. Nee, sorry, dat weten we niet. Wat we wel weten is dat haar moeder haar ‘zicke’ noemade, wat zoiets betekent als geit, wijf of trut.
Wat we ook weten is dat we niet weten of ‘zicke’ als koosnaam is bedoeld.
Jessica betekent zoiets als ‘God ziet’ of ‘God ziet uit naar’.
Graag gedaan, tot ziens.


Scene

Call Center:

Goedemiddag met ons.
Ja.
"Men voedt een kind niet op met de kennis die men bezig, maar met zijn karakter."
Een citaat van Lucien Arréat.
Ja.
Mooi,
Tot ziens!


Scene

Call Center:

Goedenavond met ons.
Oké.
Dat is vervelend.
Ja.
Nee, we kunnen niets voor u doen.
Wij helpen inderdaad.
Nou, voor deze keer dan.
Oké.
Hoe heet ze?
Tot zo.

Hoi Michelle.
Weet ik niet.
Weet ik niet.
Weet ik niet.
Omdat ze naar het licht groeien.
Zal ik een verhaaltje voorlezen?

“De klok slaat zeven uur. ‘Peggie, bedtijd! Pappa en mamma gaan uit, dus vanavond is er geen tijd voor een verhaaltje.’
Mamma zit haar nagels te lakken als Peggie een nachtzoentje komt brengen. Pappa zegt: ‘Vooruit Peggie, nou naar bed!’
Peggie pakt haar beer van de stoel en huppelt de gang door. Ze doet de deur van haar kamertje open en dan… kan ze haar ogen niet geloven! Er ligt een KROKODIL onder haar bed; zijn grote groene ogen glinsteren in het ganglicht.
Peggie smakt de deur dicht en holt weer naar haar pappa en mamma.
‘Ik kan niet naar bed,’ roept ze, ‘er ligt een krokodil onder!’
Mamma zucht. Pappa tilt Peggie op en zegt: ‘Dát wil ik wel eens zien!’
Hij draagt Peggie naar haar kamertje, doet de deur open en… geen krokodil te zien!

‘Zie je nou wel, er is helemaal geen krokodil, niet in je bed en niet onder bed. Ik zie wel veel rommel, kleren, schoenen en speelgoed. Krokodillen liggen niet onder kinderbedjes, daar zijn ze toch veel te groot voor. Krokodillen wonen in dierentuinen en in Afrika, niet in gewone huizen. Ga nou maar gauw in je bed en ik wil je verder niet meer horen!’”

Oh, sorry.
Nee, dat was in het verhaal.
Mevrouw Maaierd.
Ja, sorry, het zat in het verhaal.
Sorry.
Ja.
Ik zal mijn best doen.
Het spijt me.
Ik kan wel nog iets proberen?
Oké.
Tot ziens,
Liefs aan Michelle.
Dag.

donderdag 27 november 2008

Grote mannen hoofden

Scene uit: Oorlogje, geschreven voor Likeminds Festival Bedankt #3, november 2008
Te zien: 18 en 20 december 2008, Rozentheater, likeminds Festival Bedankt #3
Lotte zet een nummer op. Lotte vecht, alsof ze in de oorlog zit. Heel hard, heel euforisch. (iets als: Daft Punk – Aerodynamics of Arcade Fire – No Cars Go, 4 hero - Les Fleurs).
Josje komt binnen. Ongemerkt. Als het liedje is afgelopen:


Josje: Ik vroeg me af of je je muziek iets zachter kon zetten.

Lotte: Ach natuurlijk.

Josje: Wat doe je?

Lotte: Ben je nieuwsgierig?

Josje: Ja.

Lotte: Echt nieuwsgierig?

Josje: Ja.
Echt.

Lotte: Oorlogje

Josje: Oorlogje.

Josje: Met wie?

Lotte: Met niemand.

Josje: Tegen wie?

Lotte: Gewoon.
Wil je meedoen?

Josje: Wat moet ik doen dan?

Lotte: Nadenken en inleven.

Josje: Maar

Lotte: Schoonmaken komt wel.

Josje: Wat gaan we doen dan?

Lotte: We kunnen bijvoorbeeld een fort bouwen.

Josje: Dat kan ik wel denk ik.

Lotte: Nou.

Josje en Lotte bouwen een fort.

Josje: Wie is onze vijand?

Lotte: Wij zelf.

Josje: Oké.

Josje en Lotte bouwen.

Josje: Maar hoe moeten we dan vechten?

Lotte: Gewoon.

Josje: Gewoon.

Lotte: Gewoon.

Josje: Gewoon.

Lotte: Pas op!

Josje en Lotte bukken.

Lotte: Oef.

Josje: Dat scheelde niet veel.
Toch.

Lotte: Je zag het toch zelf.

Josje: Ja.

Lotte: Wel opletten.

Josje: Ja.



Josje: He, wat komt daar aan?

Lotte: Mm.
Een tank?

Josje: Munitie.

Lotte: Hier.

Josje: FIRE IN THE HOLE!

Lotte en Josje kruipen weg van waar ze net ‘een mortier’ hebben afgestoken.

Lotte: PREPARE FOR BATTLE.

Josje: mmm.
Dat was het wel voor even.

Lotte: We gaan kijken waar dat vandaan kwam.

Lotte en Josje kruipen door de ruimte en maken oorlogsgebaren. Uiteindelijk blijkt de ruimte leeg te zijn van ‘vijanden’.

Lotte: Clear.

Josje: Clear.

Lotte: Ik moet even plassen.

Josje: Oke, ik houd de linie wel in de gaten.

Lotte: Lijkt me verstandig.

Lotte gaat plassen. Josje houdt nauwkeurig de linie in de gaten. Lotte komt terug.


Josje: Niets opvallends.

Lotte: Mooi.

Josje: Er wordt geschoten in de verte.

Lotte: Ja daar.

Josje: Een scherpschutter.

Lotte: Ik ren.
Jij schiet.
Zorg dat je raakt.

Josje: COVERING FIRE!

Lotte rent rond. Josje kijkt nauwkeurig en schiet dan.

Lotte: Gelukkig.
Scheelde niet veel.

Josje: Inderdaad.

Lotte: Mooi.

Josje: We moeten doorbreken.
Zij komen anders op onze flanken.
En dan is het voor hen prijsschieten.
Wij zullen ze dus moeten aanvallen.

Lotte: Goed gezien.

Josje: We hebben geen keus.

Lotte: Laat ik de mannen maar gaan toespreken.

Josje: Lijkt me verstandig.
Dan zet ik de verdediging neer.

Lotte: Heel goed.

Lotte gaat op haar paard de ruimte door. Josje verstevigd het fort. Lotte kijkt plechtig.

Lotte: Wij zijn hier niet om te praten.
Wij zijn hier niet om te drinken.
Niet om te eten.
Wij zijn hier om te denken!
Te vechten.
Kijk om je heen.
Mensen van alle standen
en culturen.
Het maakt niets uit in dit gevecht.
Want je zal de man voor je steunen
en de man achter jou,
zal jou steunen.

Jullie zijn hier gekomen als vrij man.
Wat moet je zonder vrijheid?
Vrijheid is ons recht.
En we hoeven het nergens anders te zoeken,
dan in ons zelf
en onze acties vandaag.
Dit is ons gevecht.

Vecht en je zal misschien sterven.
Ren en je zal leven!
Maar niet voor lang.
De vrijheid zal van korte duur zijn.
Je ligt in je bed,
vele jaren van nu
en je zal spijt hebben.
Spijt dat je de kans niet hebt genomen
die vijand niet tegen te houden.
Spijt dat je de kans niet hebt genomen
Je eigen vrijheid te nemen!

Morgen ben ik thuis met mijn geliefde.
Bedenk je waar jij wilt zijn,
en je bent er.
Houd stand.
Blijf erbij.
En je zal jezelf terugvinden
Als een held
op velden en wegen
met de zon in je gezicht.
Laat je door die zon verwarmen.

Dit is ons gevecht.
Niet voor een koning.
Niet tegen een vijand.
Een gevecht van ons.
Een gevecht voor ons.
Geef ze niets!
En in plaats daarvan:
NEEM ALLES!

Er zal een dag komen,
waarop niemand elkaar meer vertrouwd
en waarop niemand meer lief heeft.
Maar dat is niet deze dag.
Een dag waarop niemand meer weet
wat ooit menselijk was
Maar dat is niet deze dag!
Een dag waarop alle vijanden zich verenigen
En onze vrijheid kunnen afpakken met een vingerknip.
Maar dat is niet deze dag!
De dag dat de mens bedorven is.
Is niet deze dag.
Deze dag is van ons!
En onze overwinning.

Ik kan niet beloven,
dat ik ieder van jullie levend terug zal zien.
Wat ik wel zeker weet,
is dat ik de eerste zal zijn die het slagveld op gaat
en laatste die er weer vanaf gaat.
Uit eindelijk
gaan we allemaal dood,
Maar we kunnen
hier en nu
Bepalen hoe.
en hoe we herinnerd willen worden.
Want dit is ons gevecht.

Hier is waar wij stand houden.
Dit is waar we vechten.
Waar we sterven.
Dit is ons lot.
En wij kiezen er voor
het zo te laten zijn.
Onthoud deze dag,
Hij zal voor altijd van jou zijn.

Doek.

donderdag 20 november 2008