vrijdag 30 mei 2008

Nieuw: hockeystick

Ik heb een nieuwe hockeystick en ik schreeuw het van de daken.
Een donkerblauwe, bijna fluoriserende met fel oranje herkenning, GRAYS GX 4000.

Pas maar op, want ik ben herenigd met het verlengde van mijn armen.

maandag 19 mei 2008

Mooi

(fragment dramatekst voor dramaschrijven 1c)

(Steef (sinds kort blind) ligt in bed. Lieke zit aan de rand van het bed. De gordijnen zijn bijna helemaal dicht en er is geen licht aan in de kamer. Buiten schijnt de zon en fluiten vogels een vrolijk wijsje)

Steef:
Ik kan heel goed dingen mooi vinden.
Maar daar kan je geen geld mee verdienen.

Lieke:


Steef:
Wat zie je?

Lieke:
Waar?

Steef:
In mijn ogen.

Lieke:
Blauw, met grijs en groen. Ik zie vaag mezelf en de kamer.
En natuurlijk honderd herinneringen.

(stilte)

Steef:
Jij praat en ik kijk naar je
Want je praat
Dus ik kijk naar je
En je praat.

En als ik praat
Dan kijk ik naar je
Want ik praat
En ik kijk
En omdat ik praat kijk jij ook naar mij
Zou ik zeggen.
Want
Jij praat
Ik kijk
Ik praat
Jij kijkt.

Dus dan kijken we de hele tijd.
Want we praten
En dat vind ik leuk
Vooral als jij praat.
Ik moet dan kijken.
Als het zou mogen zou ik ook kijken als je niet praat.
Maar als we praten kijk je ook naar mij.

Ook als we niet praten
Maar dan weet je het nooit zeker
Of kijken wel kijken is
Zoals je kijken kunt als je praat.

En als je niet kijkt, denk ik na.
Wanneer ga je weer kijken.
En als ik niet kijk.
Vraag ik mij af wanneer ik weer zal kijken.
Kijken of je praat en naar me kijkt.
Of kijken wanneer ik weer zal praten zodat je naar mij zal kijken.
Kijken of je kijkt.

(Stilte. Lieke loopt naar het raam en kijkt naar het uitzicht dat de kamer bied. Een boom, een rozentuin, een Intratuin schuur van 399 euro en in de verte een maan zoals een maan behoord te zijn in kinderboeken (een sikkel))

Steef:
Je ziet een boom.
Een rozentuin.
Een Intratuin schuur van 399 euro.
En in de verte

Lieke:
Een maan.

Steef:
Zoals een maan behoord te zijn in kinderboeken.

Lieke:
Een sikkel.

Steef:
Ja.

(Stilte)

Steef:
Ik dacht laatst.
Als ik nou gewoon fotograaf word.
Nouja.
Gewoon.
Zo gewoon is dat niet.
Maar dat ik fotograaf word.
Dat dacht ik.
Want daarbij kan je wel geld verdienen met wat je mooi vind.

(Stilte)

Lieke:
Doet het pijn?

Steef:
Nee.

Lieke:
En verder?

Steef:
Ja.

Lieke:
Hoeveel?

Steef:
Een lievelingsknuffel die kwijt raakt.

Lieke:
Oh.

Steef:
En dan honderd.

dinsdag 6 mei 2008

Geen verse jus

Ik bestel een verse jus.
Ik zit op een blauwe bank waar ik niet met mijn rug recht kan zitten.
Tegenover mij, aan het raam, aan een andere tafel zitten twee mannen met een rode en een witte wijn.
Ze verplaatsten zich omdat ze in dit gedeelte niet kunnen roken.
Als ik naar buiten kijk, kijk ik recht op een T-splitsing.
Er staan mensen stil, er lopen mensen voorbij.
In de verte fietst een groepje meisjes lachend langs.
Hun kleren zitten goed, hun tassen hangen stijlvol aan hun rechte schouders.

Ik krijg te snel een verse jus.
Te snel om vers te zijn.
In een te groot glas om verse jus te zijn.
Ik heb het ratel apparaat niet gehoord dat de sinaasappels perst.
Ik betaal € 3,50 voor een verse jus die niet vers geperst is.
De jus is lekker.
De serveerster is chagrijnig.
Ik ben niet in de stemming om met een chagrijnige serveerster te discussiëren of dit verse jus is. Want mijn jus wordt er niet verser van, de serveerster niet vrolijker en de rekening niet goedkoper.
Maar ik bestel een verse jus,
En ik krijg geen verse jus,
Maar het maakt met niets uit.

Ik snap er verdomme geen sikkepit meer van.

zondag 4 mei 2008

Eindeloos


Er mist een puzzelstukje
En als het hoekje zoals nu ontbreekt
Is alles grenzeloos
En dus ook wel eens grenzeloos verdwenen.

Net toen ik alle randjes had verzameld
En de kat de puzzel eindelijk met rust liet
Kwamen er mensen
En zo raakte steeds meer stukjes zoek

Één stukje voor de opgebouwde ouderband
Wat stukjes voor vrienden
Hier en daar één nagelaten op vakantie
Of een stedentrip
Maar ongekende hoeveelheden
Aan een ongekende liefde

Dus nu zit ik hier op mijn knieën
Gebogen over een onoplosbaar raadsel
Want waar begin je zonder einde
En hoe leg je ‘komt nooit af’?