dinsdag 24 juni 2008

Ondertussen

Het is, als het laat is, nog niet perse tijd.
Afleiding is een ruim begrip. Ik wil geen bier meer, ik moet slapen.
Het licht, dat naast mijn bed aan het bureau hangt, staat nog aan.
Alsof ik nog wakker ben. Ik ben wakker.
Begrijp je het nog?
Het ontbijt van vanmorgen staat er nog. De melk, de kruimels. Ik word nergens meer opgewonden van.
Vraag je je af wat ik aan het doen ben?
Ik kijk plaatjes. Hoor geluiden op de achtergrond van mensen die langzaam thuiskomen en vergeet dat ik eens heb geteld hoe vaak ik zo thuis kwam. Midden in de nacht, wat niet twaalf uur is maar later.
Dat er rommel op bed ligt omdat je gehaast vertrok. Dat je jezelf in de spiegel bekijkt maar niet kijkt.
Vraag je jezelf iets af?
Ik vraag het me af.

Iemand poetst zijn tanden, of haar tanden, ik heb geen idee.
De wekker staat al klaar, geen verantwoordelijkheden meer.
Geen verplichtingen, tot wie of wat dan ook.
Is dit wat je aankan?
Je wil misschien wel keiharde porno.
Op een beeldscherm.
Opgewonden in pixels en komen in beeld.
Het is de tijd van het jaar.
Op weg naar huis hoef je geen jas aan.
Alles kriebelt aan je onderbuik.

Het is te laat om te gaan slapen, te vroeg om op te staan.
De wind wappert ongeduldig tot ze weer haren mag meenemen in haar draai.
Tot het tij weer keert, een andere onderbuik, een ander geluk.

Ik poets mijn tanden niet, laat de aanslag van de dag nog even malen in mijn mond.
Kauw er op en kwijl wat uit in een vluchtige beweging tijdens de slaap.
Misschien droom ik wel.
Voelt niets te laat en niets te vroeg en is het nooit perse tijd.

Geen opmerkingen: