maandag 19 mei 2008

Mooi

(fragment dramatekst voor dramaschrijven 1c)

(Steef (sinds kort blind) ligt in bed. Lieke zit aan de rand van het bed. De gordijnen zijn bijna helemaal dicht en er is geen licht aan in de kamer. Buiten schijnt de zon en fluiten vogels een vrolijk wijsje)

Steef:
Ik kan heel goed dingen mooi vinden.
Maar daar kan je geen geld mee verdienen.

Lieke:


Steef:
Wat zie je?

Lieke:
Waar?

Steef:
In mijn ogen.

Lieke:
Blauw, met grijs en groen. Ik zie vaag mezelf en de kamer.
En natuurlijk honderd herinneringen.

(stilte)

Steef:
Jij praat en ik kijk naar je
Want je praat
Dus ik kijk naar je
En je praat.

En als ik praat
Dan kijk ik naar je
Want ik praat
En ik kijk
En omdat ik praat kijk jij ook naar mij
Zou ik zeggen.
Want
Jij praat
Ik kijk
Ik praat
Jij kijkt.

Dus dan kijken we de hele tijd.
Want we praten
En dat vind ik leuk
Vooral als jij praat.
Ik moet dan kijken.
Als het zou mogen zou ik ook kijken als je niet praat.
Maar als we praten kijk je ook naar mij.

Ook als we niet praten
Maar dan weet je het nooit zeker
Of kijken wel kijken is
Zoals je kijken kunt als je praat.

En als je niet kijkt, denk ik na.
Wanneer ga je weer kijken.
En als ik niet kijk.
Vraag ik mij af wanneer ik weer zal kijken.
Kijken of je praat en naar me kijkt.
Of kijken wanneer ik weer zal praten zodat je naar mij zal kijken.
Kijken of je kijkt.

(Stilte. Lieke loopt naar het raam en kijkt naar het uitzicht dat de kamer bied. Een boom, een rozentuin, een Intratuin schuur van 399 euro en in de verte een maan zoals een maan behoord te zijn in kinderboeken (een sikkel))

Steef:
Je ziet een boom.
Een rozentuin.
Een Intratuin schuur van 399 euro.
En in de verte

Lieke:
Een maan.

Steef:
Zoals een maan behoord te zijn in kinderboeken.

Lieke:
Een sikkel.

Steef:
Ja.

(Stilte)

Steef:
Ik dacht laatst.
Als ik nou gewoon fotograaf word.
Nouja.
Gewoon.
Zo gewoon is dat niet.
Maar dat ik fotograaf word.
Dat dacht ik.
Want daarbij kan je wel geld verdienen met wat je mooi vind.

(Stilte)

Lieke:
Doet het pijn?

Steef:
Nee.

Lieke:
En verder?

Steef:
Ja.

Lieke:
Hoeveel?

Steef:
Een lievelingsknuffel die kwijt raakt.

Lieke:
Oh.

Steef:
En dan honderd.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ah, lief...

koekje?